Zodra er een alarm is aangemaakt, kan deze bewerkt worden vanaf elk van de drie tabbladen in het deel Beleid in Reveal.
Gebruik de knop BEWERKEN of het potloodpictogram naast dat alarm, afhankelijk van welk tabblad u gebruikt. Een nieuw venster zal worden geopend.
Wanneer u een alarm bewerkt, moet u de volgende keuzes maken:
-
Alarmopties
Activering: Elk alarmtype heeft een activering waardoor het alarm afgaat, en opties voor die activering.
-
Middelen
Alarmen toegepast op: Bewerk om in te stellen of het alarm geldt voor uw volledige wagenpark, of een bepaald voertuig, bestuurder of groep.
-
Alarm ontvangers
Alarmen worden verstuurd naar: Bewerk om in te stellen wie een melding ontvangt wanneer dit alarm geactiveerd is.
-
Tijden
Alarmen worden verstuurd: Bewerk om de tijdsperiode in te stellen voor de activering van het alarm. Bijvoorbeeld als u alleen alarmmeldingen tijdens werkuren wilt ontvangen, stelt u het daar in.
-
Afleveropties
Alarmen worden verstuurd via: Bewerk om te wijzigen hoe de ontvangers de melding krijgen, bijvoorbeeld per e-mail of tekstbericht.
-
Alarmfrequentie
We sturen maximaal: Bewerk het maximaal aantal alarmen per bestuurder, of een totale daglimiet van ontvangen meldingen.
Een alarm kan in- of uitgeschakeld worden in het scherm Bewerken met de schakelaar: